knijpt voor het examen, laat zich niet zien, en moppert
lichtelijk over den verloren anderhalven dag. Maar het voor
uitzicht van een uitgebreide rijsttafel vergoedt veel, vooral
voor de accenters.
25 Juni.
's Morgens heeft alles direct een buitengewoon aanzien,
want „beste veldtenue" is bevolen. De gemoederen zijn niet
rustig. Het O.J. wil de morgenuren nog benutten, de anderen
er zoo snel mogelijk af zijn. Om 9.30 vertrekken de tam
boers om de mannen van de M, W. O. van den trein te
halen. Aan het station is de drukte groot. Het Bredasche
publiek wil de dapperen bewonderen. Daar loopt de
trein binnen. Het detachement komt het station uit en mar
cheert onmiddellijk, voorafgegaan door Kapitein van der
Wal en Luitenant Blokhuis, met een kleinen omweg door de
stad, naar Kilacadmon. De muziek van 't Zesde, ook inge
deeld, deed haar best; aan begeleidend publiek ontbrak het
dan ook niet.
Om ongeveer 10.15 komen we binnen de muren, waar
Majoor Ravenek de mannen in het Maleisch welkom heette.
Daarna werden hun de zalen, waar ze zouden logeeren,
aangewezen.
Om 11.30 voorstellen. De Gouverneur houdt een toespraak,
in het Maleisch vertaald door Kapitein van der Wal, waarin
Z.H.E.G. zeide, het zich tot een groot genoegen te rekenen,
de dapperen binnen de Academie te mogen ontvangen. De
Eerste-Luitenant Jordans, geleider van het detachement,
antwoordde. Hierna werd door de Marechaussees, begeleid
door de Officieren N.-I. L. en eenige Cadetten en H. C.ers,
die als tolken fungeerden, een „walletje gepikt", teneinde
hun het schoons van onze veste in- en uitwendig te laten
72