home", want er was in totaal maar één lantaarn in de
colonne te bespeuren.
Tactisch en moreel goed onderlegd loopen we dus tot
buiten Eindhoven en hierna het stalen ros bestegen. De
lantaarn gaat voorop en wij spelen de film „Snelheids
duivel" nog eens over.
Duisternis vooruit, links het breede kanaal en rechts een
groote sloot, achter je een andere snelheidsduivel. Dan is
de keus niet moeilijk en lokt de duisternis je, met het ge
volg, dat halverwege een groote zandhoop velen van ons
deed sneuvelen. Maar dosis geluk spreekt ook 'n woordje
mee, en zonder ongelukken of bekeuring komen we in ons
kamp aan en we liggen weldra in gerusten slaap.
Den volgenden morgen wordt van Eeneind over Opwetten
naar Son afgemarcheerd.
Dezen dag woonde de Gouverneur de oefening bij. Na
aan Z.H.E.G. gepresenteerd te zijn, schieten wij de rimboe
in.
Holland heeft een stelling ingenomen op den Potjesberg
en Indië valt aan.
Aldra blijkt, dat de overmacht te groot is, en er wordt
tot den terugtocht achter het Wilhelminakanaal besloten.
Hoewel bij dezen terugtocht velen vielen, n.l. met de
fiets, komen de Hollanders tijdig aan den Zuidelijken oever
weer in stelling. Het gelukt Indië niet om over het kanaal
te komen.
Na een hartelijk woord van den Gouverneur, die ons een
Engelsche-Zaterdag belooft, wordt in vliegend tempo af
gemarcheerd. Zoo snel, dat Best, waar wij ons middagmaal
zullen gebruiken, door ons eerder bereikt is, dan door de
64