lijk juist weer een lek gasmasker. (Wie anders dan Jaap
zou zoo iets kunnen overkomen?)
Het handgranaatwerpen werden terdege beoefend; aan
moedigingsprijzen als pakjes shagpapier, flesschen limo
nade, e.d. voerden het fanatisme tot torenhoogte op. Ver-
scheidenen haalden daar de onderscheiding van „Buiten
gewoon geoefend handgranaatwerper", welk distinctief voor
menig jongste-jaar een onuitputtelijke bron van geestver
warringen zou blijken te zijn.
Vlot gingen deze veertien dagen om, en toen kwam „last
not least": Gilze-Rijen. Bij de aankomst der Cadetten al
daar, werden zij verwelkomd door hun lotgenooten uit
Harskamp, die intusschen op een tactischen fietstocht door
Brabant, waarover hierachter aan de hand van een inge
deeld Almanak-redacteur een artikel verschijnt, de hard
heid van dienstzadels bepaald hadden, en die nu al bezig
waren de wagens huisraad e.d, te lossen om de hei bewoon
baar te maken.
Hier stonden ons weer een reeks daagsche en nachtelijke
avonturen te wachten. Pionieroefeningen werden afge
wisseld door overnachten in bivaks, met daaraan verbonden
sluiptochten, djahats, een marschje van 60 K.M., gevechts
oefeningen, verbeteren van de kampstraat, fietstochtjes
's avonds naar Breda, en een zeer geanimeerde snipperjacht,
die bewees, dat terreinrijden een minstens even groote
kunst is als hardrijden, en dat oude fietsen tegen dergelijke
stootjes vaak beter bestand zijn dan nieuwe.
Natuurlijk was de pap, die onafscheidelijk aan een kamp,
en wel schijnbaar speciaal aan het kamp van Rijen, verbon
den is, in ruime mate aanwezig, hetgeen de winkeliers in
Rijen spoedbestellingen van bussen stroop deed doen. Dit
jaar echter werd de pap afgewisseld door chocolademelk,
88