Een heerlijk diner en, wat er aan
vast zat.
Voor den toegang van een militair tentenkamp, dat mid
den in de Noord-Brabantsche wildernis was gelegen, stond
een fraaie luxe-wagen te wachten. Met den bekenden
zwier van wapperende mantels en kletterende sabels, trad
een drietal jonkers nader. De chauffeur opende het portier
en behaaglijk lieten deze kampbewoners zich achterover
in de zachte kussens vallen. Full speed ging het naar de
oude stad, beroemd door haar historisch Turfschip, en haar
tegenwoordige Koninklijke Militaire Academie.
Om den geachten lezer dezes een weinig wegwijs te
maken in de gevoelens, die de drie jeugdig kloppende
harten bezielden, dient gememoreerd te worden, dat het
driemanschap de gast was van een der hooggeplaatste
militaire autoriteiten uit bovenbedoeld stadje.
Wat deed het aangenaam aan, weer eens een keurig
gedekte tafel, met de daarop geplaatste wijnglazen, te
kunnen aanschouwen, Het diner was meer dan voortref
felijk, De wijnen, de gebruikelijke after-dinner en de
strooperige likeur, en niet het minst de aangename kout,
brachten de jonkers in een zoo'n heerlijke stemming, dat
men bijna tijd, uur en kamp vergeten had, toen de vriende
lijke gastheer den jonkers op kalme wijze beduidde, dat
er opgebroken moest worden.
90