daad kunnen worden beschouwd, zoo voor het heden als voor de toekomst. Maar als vertegenwoordigers van groote groepen rust op ons de aangename plicht ons te voegen bij de zeer velen, die zich hierbuiten gaan vereenigen tot het vieren van een nieuw en plechtig feest. Daarom moet ik op deze plaats en op dit oogenblik met enkele woorden sluiten.' de Koninklijke militaire academie dankt de burgerij van Breda recht hartelijk en met geest drift voor haar schitterend en kostbaar geschenk, waarin wij allen zien een symbool van eenheid en vriendschap. Ik heb de eer, mijnheer de Burgemeester, namens de Koninklijke militaire academie met groote erkentelijkheid Uw geschenk te aanvaarden. Terwijl ik U ook persoonlijk dank zeg voor uw vriendelijk© wenschen, moge ik U beleefd verzoeken den innigen dank van heel het personeel der Koninklijke militaire academie te willen overbrengen aan de burgerij van Breda.'' In hoofsche bewoordingen dankte de gouverneur ook den heer Smits van Waesberghe en in hem alle Breda- sche vereenigingen voor de groote en kostbare verrassing. Na deze rede bleef men nog enkele oogenblikken bijeen, maarer stond nog meer te gebeuren. De Academie was voor het overige gedeelte van den avond gast op eigen terrein. De hoogste gast werd op zachte wijze gemaand, zich zoolang naar zijn woonhuis te begeven, wachtende op de dingen, die komen zouden. Te ongeveer 8 uur hadden zich duizenden menschen ver zameld op het voorplein van de Academie. De aanwezigen waren te onderscheiden in vijf groepen, t.w.: officieren en leeraren met hunne dames, het cadettencorps, het gemeente bestuur en het eere-comité van het Oranje-comité met hunne dames, de officieren van het garnizoen en de reeds in de 104

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 112