weest, dat de feesten die van 25 jaar geleden zullen over treffen. Gaarne maak ik hier melding van de spontaniteit, waarmede schier alle bewoners van Breda met ons heb ben samengewerkt om het gewenschte doel te bereiken. Beschouwt en bewondert de versieringen der stad en U zult hieruit zien het beste bewijs van de eendrachtige en aangename samenwerking tusschen inwoners en comité. En wanneer wij straks Hare Majesteit, onze geëerbiedig de en beminde Koningin, met Z.K.H. Prins Hendrik der Ne derlanden en onze geliefde Prinses Juliana hier zullen mogen begroeten, dan zal onze vreugde en ons enthou siasme ten top stijgen, ja geene grenzen meer kennen; dan zal Breda toonen hare liefde en aanhankelijkheid voor die edele Landsvrouwe, Baronesse van Breda, en geheel het Koninklijk gezin. Breda zal echter tevens toonen de waardeering, gene genheid en achting voor de K.M.A. en, waar mijn stem verder zal reiken dan dezen voorhof, waar geheel1 Ne derland, ja ver daar buiten, allen aanstonds de eerste feest klanken zullen hooren, richt ik tot allen de uitnoodiginjg: komt Donderdag, Vrijdag, Zaterdag en Zondag naar Breda en gij zult zien, wat Breda voor haar Academie gevoelt, hoe Breda haar Academie waardeert.1) Mijnheer de Gouverneur, Hoogedelgestrenge Heeren, Dames en Heeren, Inwoners van Breda, zoo aanstonds zullen de feesten aanvangen. Mogen zij aan Uw aller ver wachting, maar ook aan onze verwachting, beantwoorden. Mogen zij naar aller wensch slagen. Maar hiertoe is noodig Uw aller medewerking, die vraag ik U; laat het worden een gemoedelijk, joviaal, ja echt Bredasch feest, dan zullen wij allen met voldoening op de komende dagen terugzien 1(Alle toespraken zijn door de A.V.R.O. verspreid geworden). 107

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 115