Delprat gehoord; ik ga hun en anderen voorbij, maar moge van de gelegenheid gebruik maken om reeds heden avond bijzonderlijk te gedenken U, Generaal van Ever- dingen, die wellicht als geen ander één is met de Academie, gelijk de Academie één is met Breda. En de zorgzaam overlegde feesten, voor zoover de burgerij betreffend, geleid door het toewijdingsvolle Oranje-comité met zijn steeds ijverenden voorzitter Charles Smits, mogen niet worden ontsloten, zonder een gedachte te wijden aan de met den gouverneur en de zijnen steeds in uitmuntende harmonie, in éénheid van gevoelen doorleefde dagen van voorbereiding, afspiegeling van de trouw, die Stad aan Academie, Aca demie aan Stad bindt. Ik kan niet nalaten hier aan mijn opvolger over 25 jaren door te geven het woord, dat mijn voorganger in 1903 den spreker van 1853 nazegde: „Vrede en eendracht waren tusschen Stad en Academie steeds ongeschonden." De uit drukking behoeft aanvulling: Steeds werd met het groeien der jaren de band hechter, de verhouding hartelijker. Zoo was het in het verleden, zoo zal het zijn in de toekomst. Mijnheer de Gouverneur, ik moet er van afzien, mij dezen vooravond op het gebied van beschouwingen en bespiege lingen verder te begeven; wegens de aanstaande herdenking mag dat gebied thans niet te veel betreden worden. Slechts nog een slotwoord, dat, gesproken aan den ingang van dit historierijke gebouw, ons even terugvoert naar vorige eeuwen, naar de periode van den bouwheer Hendrik III van Nassau, wiens Koninklijke nazaat, vergezeld van Haren Gemaal en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana a.s. Vrijdag de poorten van dit aloude erf van Haar Stamhuis zal doorschrijden. De kunstzinnige Vorst liet zich naar een carton van Barend van Orley in een zwierige cavalcade met zijn drie echtgenooten weven in een der in de kunstgeschie- 110

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 118