gewenscht, werd dit voorbeeld door de aanwezigen gevolgd. Den gouverneur werd door den senaat van het cadetten- korps de versierselen van de hem juist toegekende Konink lijke onderscheiding aangeboden, terwijl de overige gede coreerden van den gouverneur, als persoonlijk geschenk, de toegekende orden en medailles mochten ontvangen. Thans kon worden overgegaan tot het aanbieden van de huldeblijken. Allereerst verkreeg de generaal-majoor C. A. PRINS, commandant van de Ille divisie, als voorzitter van de „Commissie Huldeblijk", het woord en zeide het volgende: Generaal van Everdingen, Gouverneur der Koninklijke militaire academie. Heer en Officieren en Leeraren van de Academie Cadetten, In verband met de voorbereiding der feesten, die voor Breda gisteravond geopend zijn, maar voor de réunisten van buiten op dit oogenblik een aanvang nemen, kwam van zelf het denkbeeld naar voren, dat alle officieren en oud officieren zich zouden vereenigen om een huldeblijk aan te bieden aan de inrichting, die zooveel officieren aan beide legers heeft geschonken en thans de eenige is, waarbij nog jongelieden tot beroepsofficier worden opgeleid. Op initiatief van den commandant van het veldleger en met instemming van den legercommandant in Nederl. Indië, werd dit voorjaar eene commissie gevormd van officieren, oud-officieren en reserve-officieren van het leger hier te lande en dat in Ned. Indië. Voorts werd een aantal hooge autoriteiten, onder wie de Ministers van Defensie en van Koloniën, aangezocht in een Eere-comité zitting te nemen, waarvan Z. K. H. de Prins der Nederlanden ons de eer aandeed het voorzitterschap te willen aanvaarden. De 121

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 129