Het monument werd toen onthuld door Zijne Excellentie* den luitenant-generaal b. d. W. Boetje, oud-commandant van het leger in Nederlandsch-Indië. Hierop aanvaardde de gouverneur van de Koninklijke militaire academie met de volgende rede het monument: Mijnheer de Voorzitter van het Comité, Honderd jaren lang heeft de Koninklijke militaire aca demie officieren voor de legers in de overzeesche gewesten en hier te lande naar beste weten en kunnen gevormd. En nu komen de officieren van die legers tot de Koninklijke militaire academie om haar hulde en dank te brengen. Dit is een daad van groote beteekenis, die wij niet hoog genoeg kunnen waardeeren. De beteekenis van deze daad wordt vergroot door de wijze, waarop geantwoord is op den roep van de hoogste militaire autoriteiten in Indië en hier te lande, een wijze, die gij ons zooeven geschetst hebt en die een waas van groote piëteit om Uw monument doet zweven. Dat niet alleen de officieren, die aan de Koninklijke militaire academie zijn opgeleid, maar ook die, afkomstig van zuster-inrichtingen en die der reserve ons het zoozeer gewaardeerde geschenk aanboden, stellen wij wel zeer bij zonder op prijs en verhoogt er de waarde van. Allereerst moge ik hier herdenken de kameraden van het Nederlandsch Indische leger, die, verre van hier, op allerlei wijzen getoond hebben, hartelijk mede te leven met ons jubileum en die in groote scharen zich daarginds ver eenigen om tegelijk met ons het honderdjarig bestaan der Koninklijke militaire academie feestelijk te vieren. Aan hen allen, in Oost en West, onzen meest innigen dank, aan hen onzen hartelijken kameraadschappelijken groet! Het blijk van sympathie en waardeering, dat U zoo juist 126

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 133