Zij stelt het op prijs en brengt daarvoor dank aan den
Minister van Defensie en den gouverneur der Koninklijke
militaire academie, dat werd goedgevonden, om die gedenk
plaat een plaats te geven in de ingangspoort tot dit gebouw.
Daar, waar zoovelen ontelbare malen hun schreden hebben
gezet en zoo vele jonge mannen, thans en in de toekomst,
hunne schreden zullen zetten, daar is de aangewezen
plaats."
Na aldus aan den gouverneur de gedenkplaat te hebben
overgedragen, wordt tot de cadetten het woord gericht:
Jonge mannen, wanneer gij door de poort treedt, dan moge
ook die gedenkplaat U spreken van de nationale taak, die
U wacht; dan moge de gedachte aan die taak U een spoor
slag zijn om Uw karakter te vormen, Uw kennis en Uw
kunnen te vermeerderen, opdat gij straks met vertrouwen,
met bezieling, met levensmoed Uw arbeid aanvaardt. Het
Vaderland te dienen, zij Uw streven, te dienen onder het
Huis van Oranje; te dienen met vertrouwen op Gods hulp.
God, Nederland en Oranje dat zij ook hier ons aller
gedachte."
Ten derde male beklom de gouverneur het spreekge
stoelte en bedankte dezen schenker als volgt:
Mijnheer de Voorzitter van de Vereeniging „Ons Leg<er".
Zooeven had ik het voorrecht namens de Koninklijke
militaire academie te aanvaarden een geschenk van onze
Legers en thans was U bij de aanbieding van haar geschenk
de tolk der gevoelens van Uwe vereeniging, die den veel-
zeggenden naam ,,Ons Leger" heeft gekozen als vaandel voor
haar lofwaardig streven, om ons leger te doen wortelen in
de sympathie van het Nederlandsche volk, de eenige waar
achtige voedingsbodem van een weermacht.
Misschien zal in een verre toekomst geen volk meer be-
133