bij monde van den adjudant-onderofficier J. H. BOUWENS, een omlijsting van de klok op de binnenplaats aan, voor stellende een Janus-figuur, waarvan de beide aangezichten voorstellen den dag en den nacht, zeer artistiek uitgevoerd. De adjudant-onderofficier BOUWENS zeide hierbij onge veer het volgende: „Hooggeachte Generaal, De onderofficieren hebben UHoogedelgestrenge verzocht hier een oogenblik te willen vertoeven en, dat U aan deze uitnoodiging gevolg hebt willen geven, daarvoor in de aller eerste plaats onzen beleefden en vriendelijken dank. De Koninklijke militaire academie viert thans haar hon derdjarig bestaan. Door officieren-leeraren werden reeds maanden en maanden tevoren plannen gemaakt tot viering van deze heugelijke gebeurtenis. Ook de stad zelve, de aloude Baronie heeft zich opgemaakt ter viering van dit eeuwfeest. Het behoefde dan ook geen verwondering te wekken, dat ook uit de kringen der onderofficieren stemmen opgingen, die spraken van medeleven, van medevoelen, stemmen die spraken van daadwerkelijk mede te werken om te komen tot waardige viering van dit lustrum. Het was voor de onderofficieren dan ook een verheugend feit, van UHoogedelgestrenge te mogen vernemen, dat die plannen niet alleen in goede aarde vielen, maar zelfs op hoogen prijs werden gesteld. Het doet den onderofficieren daarom prettig aan, dat die plannen konden worden verwezenlijkt en die verwezenlijking gelieve U hierbij te ontwaren in dezen Januskop. Eenerzij ds gevoel ik mij niet geroepen en ook niet be voegd de symbolische beteekenis van dezen Januskop te verklaren of te ontvouwen en anderzijds zijn wij, onder officieren, er van overtuigd, dat U de beteekenis daarvan 139

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 147