Zoo is het, zoo blijve het tot in lengte van jaren." Minister LAMBOOY verkrijgt na de hartelijk toege juichte rede van den burgemeester het woord. Zijne Excel lentie vertelt, dat hij in een vrij half uurtje Breda heeft doorgereden en de versieringen heeft bekeken. Zij hebben zijn verwachtingen overtroffen, zelfs de eenvoudigste wij ken zijn versierd. Waar zoo heel Breda zich heeft getooid, kan het niet anders, of de stad leeft geheel mee met de Academie. Spreker dankt voor die sympathie de burgerij hartelijk in den persoon van den burgemeester en het ver heugt hem, te kunnen mededeelen, dat het de Koningin heeft behaagd, Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck te benoemen tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, den heer Charles Smits, voorzitter van het Oranje-comité, tot officier in de orde van Oranje-Nassau en den heer A. J. van Son tot ridder in die orde. Veel applaus weerklinkt. De Minister zegt, dat deze instemming wel bewijst, dat de personen, die de onderscheidingen gekregen hebben, haar verdienden. Hij besluit met dank te brengen voor alles, wat Breda voor de K. M. A. doet. Generaal KEMPER, oud-gouverneur der Koninklijke militaire academie, dankt uit naam van de reünisten voor de hartelijke ontvangst door het gemeentebestuur. Zijn Hoogedelgestrenge herinnert aan den band tusschen de Koninklijke militaire academie en Breda, die band is spreekwoordelijk geworden. Ieder reünist draagt Breda de hartelijkste gevoelens toe. Allen verheugen zich in den bloei, de vergrooting en de verfraaiing van de stad. De generaal wenscht den burgemeester met zijn stad geluk. Ook Z.H.E.G. gewaagt van de erkentelijkheid, voor de geest drift der burgerij en verzoekt den burgemeester zijn dank namens de reünisten aan de burgerij over te brengen. 142

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 150