baarheid, wat de Academie voor ons leger geweest is. Hoe
zij kennis en plichtsbetrachting kweekte en hoevele uitne
mende mannen door haar hun opleiding ontvingen.
EMMA".
Bij de voorlezing van dit telegram verhieven de reünisten
zich van hunne zetels en een driewerf hoezee op onze geliefde
Koningin-Moeder volgde hierop. Vervolgens werd nog een
telegram van hulde van den generaal C. J. Snijders, oud
opperbevelhebber van land- en zeemacht, voorgelezen,
hetgeen eveneens veel enthousiasme wekte.
Achtereenvolgens werd het woord gevoerd door Zijne
Excellentie, den luitenant-generaal Boet je, die een dronk
instelde op het Nederlandsche leger, door Zijne Ex
cellentie den luitenant-generaal T. F. J. Muller Massis,
die het Nederlandsch-Indische leger huldigde, terwijl ver
volgens Zijne Excellentie de luitenant-generaal P. J. H. van
der Palm en Zijne Excellentie de luitenant-generaal b. d.
K. F. E. Gerth van Wijk dankten voor de hulde op het
Nederlandsche- en Nederlandsch-Indische leger.
Het was een hoogst aangename stemming van het begin
tot het einde en daardoor voor den tafelvoorzitter niet
steeds gemakkelijk de noodige aandacht te verkrijgen voor
de sprekers.
Tegen 11 uur, nadat alle eer was bewezen aan de ver
schillende gerechten, welke, dank zij de goede organisatie
van den aannemer vlot en smakelijk waren geserveerd, ver
trokken de reünisten langzamerhand naar de Groote Socië
teit en de verschillende Bredasche café-restaurants, om
aldaar de feestvreugde voort te zetten.
Dienzelfden avond werd in het „Valkenberg" onder lei
ding van den bekwamen directeur, den eerste-luitenant
C. L, Boer, door de Koninklijke militaire kapel uit 's-Gra-
147