Breda moge veranderd zijn sinds de 15e en 16e eeuw, toen belangrijke persoonlijkheden uit Uw Stamhuis er hun vasten zetel hadden, de stad moge in uiterlijk en aard niet die zijn van 1828, welk jaar in deze dagen onze bijzondere aandacht heeft, één trek van haar karakter ondergaat en duldt geen wijziging: deze is haar verknochtheid aan Oranje, haar hartelijke liefde voor Uwe Majesteit, gevoed en versterkt door de ervaring, dat Uw liefde voor het dier baar vaderland ook onze bewoners in Uw zorgzaamheid betrekt. God moge Uwe Majesteit, Uwe Koninklijke Hoogheden, tot heil van ons allen, langen tijd sparen." H. M. de Koningin antwoordde den burgemeester als volgt: Mijnheer de Burgemeester! Voor de woorden namens den gemeenteraad tot ons ge richt en voor de vertolking van de gevoelens van trouw en aanhankelijkheid van de bevolking van deze aloude stad, betuig ik u onzen oprechten dank. De geestdriftige ontvangst, welke ons te beurt is gevallen in deze gemeente, is ons een hernieuwd bewijs, dat de gevoelens van verknochtheid, welke de Baronie van Breda sedert meer dan vijf eeuwen aan mijn stamhuis heeft betoond, onverminderd voortleven en worden overgedragen op onze beminde Dochter. Wij zullen ook ditmaal de aangenaamste herinneringen mee nemen aan ons bezoek alhier en ik verzoek u, aan de bevol king onzen hartgrondigen dank over te brengen voor de ondubbelzinnige bewijzen van liefde en gehechtheid, ons wederom gegeven. Het eeuwfeest van de K. M. A„ waaraan met groote geest drift door de burgerij wordt deelgenomen, was de onmid dellijke aanleiding tot onze komst. Het is ons aangenaam 166

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 174