kasteel van Breda; van het optreden in 1350 van Jan van Polanen, heer van de Lek, als heer van Breda, stichter van een sterken burcht, die de voorlooper was van het thans nog bestaande kasteel, af tot de plechtige overdracht van dit kasteel na zijn verbouwing tot Koninklijke militaire academie voor 100 jaar, op den 24sten November 1828. Een vaandeldrager en zes bazuinblazers openen den stoet. Dan komt groep I, een voorstelling uit 1350: Jan van Polanen, heer van de Lek en Breda, sticht een kasteel te Breda. Jan van Polanen, uit het Huis van Duivenvoorde, was door koop van Jan III, hertog van Brabant, in het bezit van de heerlijkheid Breda gekomen (2 April 1350). Nog in hetzelfde jaar liet hij eenj sterk kasteel met vier hoektorens bouwen, dat eerst in 1362 voltooid werd.. Zijn kleindochter Johanna, eenige erfgename van zijn zoon Jan, bracht door haar huwelijk in 1403 met Engelbert van Nassau de heer lijkheid Breda aan het Huis van Nassau. De groep stelt voor Jan van Polanen te paard met gei- volg van edelen, waaronder twee van zijn broeders, bene vens eenige groepen krijgsknechten, gevolgd door een praal wagen, waarop zijn eerste vrouw Oede van Hoorne, even eens met gevolg van edelvrouwen, gezeten op den voorhof van haar burcht. Groep II is een herinnering aan 1412: Jachtpartij op grof wild, door Engelbert I van Nassau gegeven ter eere van het bezoek van hertog Antonie van Brabant. Engelbert I van Nassau, door zijn huwelijk in 1403 met Johanna van Polanen, eerste heer van Breda, uit het Huis van Nassau, is voor onze geschiedenis van belang als de grondvester van de macht der Bredasche Nassaus, waaruit ons Oranjehuis voortgekomen is; hij was een der aanzien- 168

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 176