lijkste edelen van zijn tijd en stond in groot aanzien bij zijn leenheer, den hertog van Brabant. Antonie van Brabant, en later zijn zoon Jan IV, waren meermalen zijn gasten op het kasteel van Breda; hertog Antonie verbleef er o.a. van 79 Juni 1412. Het is de terugkeer van een jacht op wilde zwijnen en herten, bij deze gelegenheid door graaf Engelbert aan zijn hoogen gast aangeboden, welke in deze groep uitgebeeld is. De derde groep stelt voor het bezoek van Philips den Schoonen, zoon van Maximiliaan van Oostenrijk, en Maria van Bourgondië, aan Engelbert II, graaf van Nassau, in het jaar 1494. De jonge Philips de Schoone, in 1478 geboren en op dit tijdstip nog pas zestien jaren oud, was door zijn vader, Maximiliaan van Oostenrijk, met het bewind over zijn Ne- derlandsche erflanden, waaronder het Hertogdom Brabant, belast. In 1494 deed hij als hertog van Brabant zijn plech tige intrede in Breda en was toen de gast van graaf Engel bert II van Nassau, die gehuwd was met zijn volle nicht Cimburga van Baden, dochter van een zuster van keizer Maximiliaan. De volgende groep is een herinnering aan den tijd van Hendrik III van Nassau (15041538). Deze vorst, de belangrijkste der Bredasche Nassaus, v/erd 12 Januari 1483 te Dillenburg geboren als oudste zoon van Jan V van Nassau en Elisabeth van Hessen. Zijn oom Engelbert II had hem reeds bij zijn leven als opvolger aangewezen en hem in 1499 op zestienjarigen leeftijd naar Breda doen komen, om hem zelf voor de omvangrijke be stuurstaak voor te bereiden. Als erfgenaam van zijn oom, reeds zeer vermogend, behoorde hij door zijn drie huwelij ken met rijke vorstinnen (n.l. met Fran9oise van Savoye, 169

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 177