wederom aan. Wij weten niet, of reeds dien middag, de ca detten zich interesseerden voor de mechanica, het kanon van 10 c.M., het slot van den mitrailleur 1918, het vestingstelsel van Vauban, het optreden tegen „verzetslieden", of wat al meer door de docenten werd aangesneden. Zeker is het echter, dat de volgenden dag een ieder weder om met opgewektheid zijn werk verrichtte. Een woord van lof moge hier aan het geheele cadetten- korps worden gebracht. Immers aan de cadetten was de zware taak opgedragen, zoowel gastheer, als medewerker en speler te zijn. Zij hebben zich kranig geweerd, zoowel bij de vele ook minder prettige voorbereidingswerk zaamheden, als bij het ook al niet zoo genoeglijke „opruimen" na het feest. De drie avonden in „Concordia" hebben van de spelenden zéér veel geëischt, niet alleen, maar zij hebben ook hun vele uren ontnomen om aan de algemeene pret mede te doen. Op het bureau van den gouverneur werd, naast de gewone werkzaamheden, een aanvang gemaakt, om elkeen, die aan deze feesten had medegewerkt, voor deze medewerking te bedanken. Op te sommen, aan wie die brieven werden ge schreven, zou een te groote plaats innemen. Wij vleien ons echter met de hoop, dat niemand vergeten is. De gouverneur gaf in algemeenen zin uiting aan dien dank door de volgende „mededeeling" in de plaatselijke bladen: Aan de ingezetenen van Breda. De Gouverneur der Koninklijke militaire academie ten deze tevens de gevoelens vertolkende van de reünisten en de officieren, leeraren, ambtenaren, cadetten en van allen, die op eenigerlei wijze aan deze inrichting van militair on derwijs verbonden zijn, diep getroffen door de overstel pende bewijzen van medeleven van de Bredasche burgerij 176

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 184