vertegenwoordigers van het personeel beneden dien rang,
wij zijn hier samengekomen op verzoek van de officieren,
leeraren en ambtenaren der Koninklijke militaire academie,
teneinde gelegenheid te geven het geschenk aan te bieden,
dat het korps officieren, leeraren en ambtenaren ter eere van
het honderdjarig bestaan der Koninklijke militaire aca
demie aan deze inrichting heeft toegedacht.
Allereerst moge ik een woord van welkom toeroepen aan
onze genoodigden.
Tot U, kolonel Steenkamp, moge ik in dezen kring wel
het eerst het woord richten, niet alleen, omdat Uw naam
als oud-cadet, ridder van de Militaire Willemsorde, op het
straks te onthullen tableau voorkomt, maar ook, omdat U
van Uw cadet-zijn af tot op den huidigen dag steeds blijken
heeft gegeven van Uwe belangstelling in en Uw medeleven
met de Academie, die U zoo lief is. Waarlijk, hetgeen U
met pen en teekenstift in de laatste jaren weer heeft bij
gedragen tot de voorbereiding en de viering van het eeuw
feest Uwer Alma Mater is zeer veel geweest en U heeft ons
allen en de Academie daardoor weder een bewijs gegeven,
hoe na U de Academie en vooral ook het cadettenleven aan
het hart ligt.
Gaarne grijp ik dan ook deze gelegenheid aan om U,
te midden van het geheele voltallig personeel en de cadetten
der Academie, nogmaals hartelijk dank te zeggen voor het
zeer vele, wat U heeft bijgedragen voor de viering van ons
eeuwfeest.
Welkom ook U, Heeren Jan de Quack en Adriaan Visser.
Het doet ons groot genoegen, dat U heeft willen gehoor
geven aan de uitnoodiging om bij de aanbieding van Uwe
schepping en Uw kunstwerk tegenwoordig te zijn.
Voorts heet ik U allen welkom in dit intiem samenzijn,
186