plicht te doen, om, evenals zij, blijken te geven van moed,
beleid en trouw, desnoods met opoffering van hun leven.
Het zij mij vergund naar aanleiding van deze namenreeks
eenige bijzonderheden naar voren te brengen.
Het aantal der gedecoreerden valt te splitsen in: 2 com
mandeurs, 27 ridders M.W.O. 3e klasse en 299 ridders
M.W.O. 4e klasse.
Op het tableau zijn de gedecoreerden vermeld in chro
nologische volgorde van het verleenen der Koninklijke
onderscheiding.
Vermeld zijn tevens de zee-officieren-ridders, die hunne
opleiding genoten aan de Koninklijke militaire academie.
De eerste decoratiën werden verleend in 1831, terzake van
den opstand in België. Het waren 5 cadetten, die zich lof
felijk hadden onderscheiden. (In het geheel waren bij de
tijdelijke schorsing der Koninklijke militaire academie van
October 18305 November 1836, 132 cadetten ingedeeld
geweest bij de onderscheidene korpsen van het mobiele
leger).
De laatste decoratie, uitgereikt aan een officier, herkom
stig van de Koninklijke militaire academie, werd verleend
in November 1927.
12 officieren, gesneuveld of overleden aan door den vij
and bekomen wonden, werden na hun dood ingeschreven in
de registers van de kanselarij der beide Orden.
Eén der gedecoreerden is op vreemd grondgebied later
gesneuveld. (Luitenant-kolonel L. W. J. K. Thomson).
Behalve voor feiten, bedreven tijdens den Belgischen
opstand, tijdens het forceeren der straat van Simoneseki
in Japan (in 1864) en bij de krijgsoperatiën ter kuste van
Guinea (1869/1870), zijn de Koninklijke onderscheidingen
verdiend in Nederlandsch Oost-Indië.
188