Daar deed de schuimende champagne de ronde, klonk geest driftig het H.C.-lied: ,,Immer hooger zij ons streven, zij de leus van ons bestaan" en dankte de generaal-majoor b. d. Fraser als oudste hoofdcursiaan den generaal-majoor van Everdingen, den laatsten directeur van den H.C., voor al wat deze gedaan had om den H.C. dit feestelijk, plech tig uiteinde te bezorgen. Dit was het laatste, wat alle leerlingen gezamenlijk mee maakten. Immers den volgenden dag was het slechts aan een kleine deputatie vergund het vaandel naar zijn laatste ver blijfplaats, het legermuseum in het kasteel Doorwerth, te mogen geleiden. Den volgenden dag om kwart voor tien ving de reis van uit Breda naar Doorwerth aan; het vaandel in zijn omhulsel. Aan het station Arnhem werd de deputatie ontvangen door den directeur van het legermuseum, den toenmaligen luite nant-kolonel der artillerie b. d. J. A. Hoefer. Per auto begaf zich daarna de deputatie naar Doorwerth. Op het kasteel was een eerewacht van het korps rijdende artillerie aanwezig, hetgeen een machtigen en verrassenden indruk maakte. Met de volgende treffende toespraak droeg generaal- majoor van Everdingen het vaandel over aan den directeur van het legermuseum. Hooggeachte Heer Directeur van het Legermuseum. In opdracht van Zijne Excellentie, den Minister van Oorlog, ben ik heden, vergezeld van een kleine deputatie, hierheen gekomen om aan U het vaandel van den Hoofd cursus over te dragen. Ik meen goed te doen te voren nog eenige oogenblikken te wijden aan de geschiedenis van deze militaire onderwijsinrichting, doch allereerst moge ik een woord van hartelijken dank spreken tot den commandant 204

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 216