enthousiast Vaderlander, als vurig vereerder van ons geliefd Oranje-huis, U als militair in merg en been, en als harts tochtelijk verdediger van onze Vaderlandsche geschiedenis in het algemeen en die van onze legers in het bijzonder, U is de aangewezen beschermer van alle traditie, van alles wat, eenmaal vol glorie en verdienste, plaats moest maken voor wat jonger geslacht en nieuwere tijd uitdachten en tot stand brachten! In dit legermuseum, Uwe schepping, dat onder Uwe niet genoeg te waardeeren wetenschappelijke en kunstzinnige leiding bezig is uit te groeien tot een monument van piëteit en geschiedenis, in dit museum voelen wij het vaandel van den Hoofdcursus niet alleen veilig en trouw bewaard en verzorgd.... wij gevoelen ook, dat het hier een taak te vervullen heeft. Want het kan, als nagenoeg alles, wat het eerbiedwaardig kasteel Doorwerth bevat, den geschiedvorscher van latere tijden tot aanwijzing dienen en ook: het kan voor duizen den en duizenden Nederlanders, die jaarlijks het Leger museum komen bezoeken en bewonderen, de herinnering bewaren aan een instelling, aan welke Moederland en Ko loniën ontzaggelijk veel verschuldigd zijn. Mijnheer de Directeur, alle afscheid valt moeilijk, alle heengaan doet pijn, doch in vol vertrouwen, met groote dankbaarheid en met een diep gevoel van eerbied voor U en Uwe mooie inrichting, sta ik thans dit vaandel af en vertrouw het aan Uwe zorgen toe. Na deze gloedvolle rede nam de directeur van het leger museum het vaandel in ontvangst, waarbij Z.H.E.G. den laatsten directeur van den H.C. als volgt toesprak: 208

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 220