Artillerie en. der Genie, die aan de K. M. A. hun studiën
voltooiden. En wat de kameraadschap betreft, deze werd,
behalve door afzonderlijk wonen en leven, ook bena
deeld, doordien de cadetten, naarmate hun ouders meer
of minder bemiddeld waren, zich het leven op zeer ver
schillenden voet inrichtten.
Een nevenvoordeel van een internaat werd nog geacht,
dat de kosten voor de ouders zouden dalen tot een bepaalde,
niet zeer hooge som per jaar, hetgeen voor den toeloop naar
de K. M. A. gunstig moest zijn: hoe meer die toeloop werd
bevorderd, hoe meer de aanstellingen uit den troep konden
worden beperkt, hoe meer derhalve de bedoeling, welke
bij de oprichting van de K. M. A. voorzat: verhooging van
het militair-wetenschappelijk en het maatschappelijk peil,
in vervulling zou gaan.
Het K. B. van 29 Mei 1826, waarbij, onder opheffing, van
de A. en G. school te Delft, de oprichting werd bevolen van
de K. M. A. te Breda, stelde tevens 350.000 beschikbaar
als eerste of hoofdtermijn voor de verbouwing van het
Kasteel of z.g. Prinsenhof aldaar, door Prins Frederik als
eigenaar belangeloos ter beschikking gesteld om de nieuw
in te stellen inrichting te huisvesten.
Algemeen is bekend, dat de officieren en beambten voor
de K. M. A. eerst medio September 1828 in functie zijn
getreden en dat de cadetten uit Delft en van de korpsen
eerst 20 November 1828 bij de K. M. A. zijn aangekomen.
1) De overgang van een zeer vrije tot een zeer strenge leefwijze der
cadetten is niet zonder moeilijkheden na 1828 tot stand gekomen. Als
reflex van hetgeen juist in Europa plaats had gevonden en in de Z.
Provinciën op het uitbreken stond, vonden in de avonden van 24 en 25
Aug. 1830 ernstige ongeregeldheden aan de K.M.A, plaats. 14 Ca
detten werden onverwijld ontslagen en verder vele strenge straffen
opgelegd,
273
18