meermalen in hooge mate teleurgesteld zullen zijn geworden en hun ongeduld nauwelijks hebben kunnen bedwingen door al die tegenspoeden en de meermalen verschoven opening. Hoewel mij er niets van bekend is, ware het zeer aanneme lijk, indien inzonderheid daaronder ook moet worden ge rekend Prins Frederik, destijds nog geen 30 jaar oud, die zich reeds in 1814 onvoldaan had. betoond, dat men inzake de officiersopleiding feitelijk op den ouden voet der Repu bliek doorging, die later steeds op verhooging van het peil der officiersopleiding in een nieuwe inrichting had aan gedrongen en die, 1 Juli 1826 Commissaris-Generaal van Oorlog geworden, natuurlijk gepopeld heeft van verlangen om zijn lievelingsdenkbeeld werkelijkheid te kunnen zien worden, de eerste schreden der nieuwe Inrichting te mogen leiden als hoogste chef. Honderd jaar later bleek zeer overtuigend, hoe ook daar het lot wijzer was geweest dan de mensch. Immers, waren in 1826/27 niet al die tegenspoeden, vertragingen, en daar door teleurstellingen ondervonden, dan zou de K. M. A. in October 1927 haar eeuwfeest hebben gevierd. En dit verschil van één jaar, oogenschijnlijk hoogst onbeduidend en in 1826/27 als van geenerlei beteekenis beschouwd, zou in 1927/28 een zóó hemelsbreed verschil van omstandigheden bij de 100-jarige herdenking met zich hebben gebracht, dat wij er even bij moeten stilstaan. Laat men verder buiten beschouwing, dat in Oct. 1927 nog de laatste jaarklasse van den H. C. in de K. M. A. was ondergebracht, hetgeen, on danks alle waardeering voor de prestatiën van eerstgenoem de Inrichting gedurende de 59 jaar van haar bestaan, aan de feestviering toch een tweeslachtig karakter zou hebben geschonken en eigenaardige moeilijkheden in den weg ge legd zou hebben, dan moet verder worden geconstateerd, dat het cadettenkorps 1 October 1927 105 cadetten telde. 275

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1929 | | pagina 287