Een cadetten korps om bij het eeuwfeest triomfantelijk met
ei&en muziek de stad door te trekken, was er toen niet;
het had ook niet voor den burgermeester met genoodigden
langs het huis kunnen defileeren. Bij het thans in October
1928 gevierde eeuwfeeest hebben wij inderdaad een korps
gezien, al hadden velen onzer het wel sterker gekend.
In 1928 vond juist de kentering plaats, daar er toen 79
cadetten werden aangenomen. Een zóó aardig in elkaar
gezet, schitterend geslaagd militair feest als thans voor
H. M. de Koningin, autoriteiten, genoodigden, reünisten, enz.
19 October 1928 op het achterterrein heeft plaats gevonden,
had in 1927 niet gehouden kunnen worden. Had de Koningin
in 1927 een cadetten&orps kunnen inspecteeren? Ja en
neen! Het korps had toen nauwelijks een feestavond in
Concordia hebben kunnen geven.
Het is van algemeene bekendheid, dat nog in 1928 zeer
vele oud-cadetten zich hebben laten weerhouden om ter
reünie op te gaan, uit krachte van de redeneering: het
officierskorps is zoo ingekrompen, het leger is verminkt, de
K. M. A. bestaat ternauwernood meer! Aan hen, die de
feesten wèl medemaakten, bleek overtuigend, ,,que les
absents avaient tort", ook in hun argumenten. Doch hoe
veel erger zou de funeste invloed van één en ander in 1927
zijn geweest! Toen was er althans voor die vele generatiën,
die een cadettenkorps van 300 a 340 jonkers hebben gekend,
eenige grond om te zeggen: de K. M. A. is bijna niets meer.
Den eersten dag der officieele feestviering kon de Minis
ter van Defensie, namens de Regeering de Koninklijke on
derscheidingen bekend makende, welke ter eere van het
100-jarig bestaan waren verleend, in zijne woorden in
vlechten, hoe het aantal cadetten er op wees, dat wij in de
stijgende lijn zijn. De Minister sprak de verwachting uit,
dat de Academie eerlang weer geheel zal worden bevolkt,
276