Kom, grijp den wijzer van den tijd
Op 't uurbord van het leven,
En dring dien killen regelaar
Een goede dertig, veertig jaar
Terug slechts enk'le dagen maar,
Meer is ons niet gegeven.
Nog eens cadet! maar op 't appèl
Zijn velen, die mankeeren
Een vliegtuigval? Een rentjongsteek?
Een leven, dat ontijdig week?
Een doel, dat slechts illusie bleek?
Wie zal het controleeren?
Ze zijn er niet serrez les rangs!
Promotie bij promotie!
De gangen en de zalen door,
Geen bord, geen krijtbak ging te loor,
Daar stond je vroeger anders voor,
Met ,,niet de flauwste notie"!
Je leest je naam nog op de ruit,
De klas begint te leven!
De stip! Je rookt! je bent weer zuur,
Je hebt de Alif 't volgend uur,
En al kreeg Mies de kippekuur,
Je bent er op gebleven!
Je ruikt weer op de steenen trap
De stokvisch-penitentie;
Je eet weer brood met speculaas
En kaas met kaas, gevolgd door kaas,
Maar batterijgras blijft de baas,
Naar ieders preferentie!