De poort uit, langs de buitenwacht!
(Geen knoop los, hoop ik, jonker?)
Bij Rijkens een bezoek gebracht
En even aan de Soos gedacht,
Aan menig laten Zondagnacht
Bij vriend'lijk stergeflonker.
Langs moeder Brink met kruikjesbier
En vette pannekoeken,
Of door de i van Blauwe kei
Naar 't voorterrein, om in de hei
(En zing 't „bonsoir" er luidkeels bij)
't Cadettenkamp te zoeken.
Op 't grijs kasteel der Baronie
Steekt Henricus den horen!
Hij zag er heden honderd jaar
Een corps cadetten bij elkaar,
Waaruit, in tijden van gevaar,
Een heemschut wordt geboren.
De leiders van een weerbaar volk,
Dat, dreigt er een campagne,
Voor eigen vrijheid pal zal staan,
Den weg van recht en plicht zal gaan,
Desnoods de hand aan 't zwaard zal slaan,
Gesteund door een Oranje!
L. H.
281