AVOND IN HET CADETTENKAMP TE RIJEN.
„Teil me not in mournfull numbers,
„Life is but an empty dream.
(Longfellow)
Over de heide, het tentenkamp en de bosschen rondomme
komt de avond.
De lui zitten onder de waranda van het cantinegebouwtje,
men bridget, schaakt, leest, schrijft. Op den drempel zitten
eenigen bijeen, toonen elkaar de palmen der handen, spo
ren dragend van het zware werk van den warmen dag. Alles
is rustig. Slechts nu en dan klinkt kalm een stem; even piept
de zwengel van een pomp in de nabijheid. Even nog, daar
waar de hei vrij is van schaduw der bosschen, wat matte-
paarse tint, struiken en boomen brons. De luchten blauwig-
grijs met hier en daar een zwerf wolk, aan de onderzijde
oranje en geel door de ondergaande zon.
Moe klapwiekt een kraaienpaar naar zijn rustplaats.
Stil, rustig, stil.
....Van de overzijde der heide keert een vrouw huis
waarts met een kleine kudde witte geiten, langzaam, als
om telkens een wisselend beeld te geven ter stoffeering van
de schilderij avondrust op de heide".
Als de vrouw met ons haar avondgroet gewisseld heeft,
dan sluit de schemerkring al nauwer en nauwer om het ten
tenkamp. Ginds glimt reeds de lantaarn bij de wacht.
Dan.zachtkens pianospel, nocturne van Chopin, ont
roerend schoon.
Allen zwijgen, de handen rusten, ieder keert in zijn tot
zijn binnenste.Als het pianospel gestaakt wordt voor
289
19