De dikke komt met een pakje bij den luit. van piket:
Luit.: „Zit er wat in dat pakje?"
Dikke: „Ja, luit."
Bouwkundeleeraar: „Grond is mannelijk."
W. (naïef): „Maar men spreekt toch van maagdelijke
grond?"
Oh, dat electrische licht.
Sergeant van de week: Ja, het nachtlicht brandt, maar
het daglicht op de slaapzalen is kapot.
Uitgebroken jonker en compagniescommandant ontmoeten
elkaar op het carnavalsbal: „bien etonnés de se trouver
ensemble".
Eind van de maand.
Dikke: „Zeg, heb je een dubbeltje voor me ter leen?"
Tonny: „Wat? denk je, dat ik een richard ben?"
Tommy (met spoorboekje 1925):
„Is dit nog goed, conducteur?"
Conducteur: „Ja, het komt voor herhalingsoefeningen
op.
Bezoek aan Loevestein.
Luit.: „Waarin ontsnapte Hugo de Groot?"
Ferd.: „In z'n detachementskist, luit!"
Wiskundeles van den Prof.
Bezoekt het mathematische cabaret!
303
ft