Op van Scheurnau.
,,'t Is een feit,
„Jouw mond is veel te wijd."
(David Tomkins.)
Gesnaaid.
il mit doucement ses mains sur mes épaules et il
me regarda si tendre, que je baissai les yeux avec un
frisson."
(P. Lonys: „La chevelure").
Sweet: „Maar die cavalerie kan toch niet over de rivier,
kapitein, zij is ondoorwaadbaar!"
Kapitein: „Nu, dan maken ze toch radiozakken en gaan
er zoo over!"
Op les:
„Liegt unter der Wirtschaftsbank
„Nur alkoholisch krank!"
(„Ich hab' mein Herz in Heidelberg verloren".)
Maandagmorgen.
Iemand denkt, dat artillerieprojectielen geverfd zijn om
ze beter te kunnen zien. Geel is echter bij avondlicht slecht
te zien, hetgeen hem de opmerking ontlokt: „Stel nou, dat
je bij avondlicht een B.G. op je af ziet komen, en je ziet
hem niet!"
Bespreking.
Kapitein: „Iemand nog iets te vragen?"
Stem: „Ja, kapitein."
Kapitein: „Ik zou 't maar niet doen, want je collega's
slaan je dood."
306