De burgemeester Mr. Dr. W. G. A. VAN SONSBEEK
sprak daarbij de volgende indrukwekkende rede uit:
„Op 27 October 1903 deed mijn voorganger een procla
matie uitgaan, gericht tot de ingezetenen van Breda, waar
in hij constateerde, dat de feesten ter viering van het 75-
jarig bestaan der Koninklijke militaire academie schitte
rend en luisterrijk waren geweest. Hij herinnerde daarin
aan de komst van tal van hooggeplaatste personen en hon
derden reünisten, die met hun jubelgroet aan de Academie
wilden deelen in Breda's feestvreugde. Hij wees op de
opgewektheid en voorbeeldige ordelijkheid bij de viering
van het vierdaagsche feest en bracht lof en dank voor de
medewerking om den luister te verhoogen der feesten, waar
op met voldoening en trots mocht worden teruggezien.
Die dank en die lof. moeten ongetwijfeld in het bijzonder
hebben gegolden de hoofd- en regelingscommissies, in wier
handen de voorbereiding van de viering was gelegd en die
haar met algemeene medewerking der Bredasche bevolking
tot een succes hebben gemaakt.
Die loftuiting, dat dankwoord, zij houden een aanspo
ring in, die de aanwezigen, wien ik heden avond ten stad-
huize een hartelijk welkom toeroep, naar mijn vaste over
tuiging niet noodig hebben. Ik heb die overtuiging wegens
het gemak en de spontaniteit, die met deze samenkomst
gepaard gingen. En die overtuiging leeft te meer, wijl het
enkele feit, dat niet 75 jaren, doch een eeuw wordt ge
vierd, den zin om met bijzetting van alle krachten den
gedenkdag tot een feest te maken, niet rekenkundig met
een kwart verhoogt, doch gemakkelijk verdubbelt.
Toch zou die neiging niet zoo levendig zijn, indien daar
aan niet een alleszins hecht fundament ten grondslag was
gelegen. Breda wordt wel eens gemeenzaam met het woord
„pleizier" in verband gebracht, maar Breda onderscheidt
76