del, dat volgens de Koninklijke beslissing op dezelfde eer
bewijzen aanspraak mag maken als de vaandels der korp
sen? En zullen al verschilt de vorm van viering ook
niet thans weer sympathie en scherpzinnigheid aanwijzen,
hoe wij bewoners van het Kasteel en reünisten duidelijk
zullen maken, dat Breda zich één gevoelt met zijn Aca
demie.
Over de goede verstandhouding en wederzijdsche waar
deering behoef ik inderdaad niets meer te zeggen. Woorden,
maar vooral daden, zullen daarvan nog dit jaar getuigen.
Voor die daden is intusschen grondige voorbereiding noo-
dig. Zoo kom ik tot het doel van deze bijeenkomst en moet
mij een woord van dank van het hart voor de bereidvaar
digheid, waarmede ons Oranje-comité aan den roepstem
van het gemeentebestuur gehoor heeft geschonken, met het
gevolg, dat een uitgebreide commissie ter viering van het
eeuwfeest ontstond, welke wij hedenavond namens het ge
meentebestuur installeeren.
Een taak, als die U wacht, Mijne Heeren, is geen last
doch een vreugde, al vereischt zij moeite en toewijding. Ver
vuld van sympathie voor de instelling en gevoelend haar
nauw verband met onze stad, zal het U niet zwaar vallen
aan de viering een passenden vorm te geven, één, die de
viering algemeen maakt, algemeen, omdat de instelling niet
cp belangen van individuen of groepen, maar in ruime mate
op het algemeen belang gericht is.
Mijnheer de Gouverneur der K. M. A.! U en Uwe Aca
demiecommissie met haar president, kapitein Govers, heeft
gevolg willen geven aan onze uitnoodiging om de installatie
bij te wonen. Daardoor wordt opnieuw gekenmerkt het
samengaan van Stad en Academie en een ontwikkeling van
plannen onzer beide commissies verzekerd, welke aan een
harmonische viering zal ten goede komen. Het zal niet
78