herfstchrysanten stond het aan te bieden huldeblijk nu
nog verborgen onder een doek.
Teneinde de bedoeling van deze buste en hare over
dracht zoo goed mogelijk aan de vergetelheid te ont
rukken, immers de geheele plechtigheid is een stuk
geschiedenis van de Academie, welke zoo volledig
mogelijk opgeteekend dient te worden, mogen thans
de hierbij uitgesproken redevoeringen volgen.
De Burgemeester van Breda sprak hierbij, na zijn
blijdschap te hebben geuit, dat luitenant-generaal van
Everdingen met Mevrouw van Everdingen en familie
leden aan de uitnoodiging hebben gevolg gegeven
hier in Breda op het stadhuis te komen; en een speciaal
woord van welkom richtende tot den tegenwoordigen
gouverneur der Koninklijke militaire academie, de
volgende rede uit:
„Velen viel het moeilijk den gewezen gouverneur uit
Breda te zien vertrekken en dit wilden zij toonen, door
een min of meer egoïstisch geschenk, dat vóór alles
bedoelt hem hulde te brengen, doch tevens bedoelt hem
zij het niet in persoon, dan toch in beeld in Breda
te doen blijven.
Zoo wordt een verblijf voortgezet van een officier,
die, in 1896 voor het eerst als zoodanig aan de Kon. mil.
academie verbonden, haar 33 jaren later als luitenant-
generaal verliet, met tusschenpoozen het Rijk elders, met
name in 's-Gravenhage aan het Departement van Oor
log dienende, doch steeds weer teruggevoerd naar en
bevorderd aan de Academie: als leeraar, als adjudant
van voorgangers, als eerste-officier, eindelijk als gou
verneur en directeur van den van Kampen overgehrach-
ten Hoofdcursus.
85