Ik ben niet bevoegd om over hetgeen U ter Academie
beleefde en bestreefde, over de moeilijkheden en suc
cessen, over de vruchten van Uw leiding, over Uw
invloed ten goede uit te weiden, maar wel kan ik, zoowel
wegens ambtelijke als niet-ambtelijke aanraking met
velen Uwer omgeving, als wegens het herhaaldelijke
contact, dat ik met U mocht hehben, getuigen van Uw
groote liefde voor de instelling en van Uw onbeperkten
ijver, liefde en ijver, die, gepaard met Uw kunde, veel
hebben bijgedragen tot den ongerepten naam van de
Academie in en buiten den lande.
Aldus arbeidend voor het Kasteel, heeft U ook voor
Breda gewerkt. Breda gevoelt veel voor de hier
gevestigde instelling van hooger militair onderwijs; het
is nog ten vorigen jare bij het eeuwfeest overduidelijk
aan den dag getreden. Breda eert dus gaarne een zoo
verdienstelijken leider als de Academie in U had. Doch
daarbij komt, dat men ook dank wil brengen voor het
geen niet direct uitvloeisel van Uw eigenlijke functie
was, voor de wijze waarop U deel naamt aan zaken van
gemeenschappelijk belang, voor Uw toegankelijkheid,
wanneer daarvoor op Uw medewerking een beroep
werd gedaan.
Het kon bij niemand verwondering wekken, dat ik
mij, om een huldiging zoo mogelijk in dezen vorm, voor
te bereiden, wendde tot de voorzitters van Breda
Vooruit en van het Oranje-Comité, èn als voorzitters, èn
als personen beiden, U bekende strijders voor onze
algemeene belangen. Evenmin kon het verwonderen, dat
zij onmiddellijk van harte instemden, doch bijzonder
verheugend was het te ontwaren, dat verscheidenen uit
Breda en naaste omgeving, van, het voornemen hoo-
86