wijze een bewijs van sympathie en genegenheid voor
de Koninklijke militaire academie, want het is Uwe
bedoeling, dat dit borstbeeld een plaats zal vinden bin
nen hare muren. Ik ben er ten volle van verzekerd, dat
de Academie niet alleen gaarne die plaats zal inruimen,
doch ook, dat zij U van heeler harte dankbaar zal zijn.
En een tweede lichtend punt zie ik in de omstandig
heid, dat het beeld, dat daar vóór ons staat, de schep
ping is van een rasecht Bredaasch kunstenaar. U zult
mij wel willen veroorloven, dat ook ik hier een woord
van oprechte hulde spreek tot dien kunstenaar, den heer
Gerrit van Aalst.
Mijnheer van Aalst, ik heb U leeren kennen als een
man met groote artistieke gaven, een harden werker
en tevens een gevoelig menscli van groote bescheiden
heid en ingetogenheid. Waar zoovele groote en goede
gaven in één persoon vereenigd zijn, daar zal, naar
mijne stellige overtuiging uw levensweg U opvoeren tot
die groote en verheven hoogte, die ieder kunstenaar als
zijn ideaal ziet. Gaarne wensch ik U toe, dat U spoedig
rijkelijk de gelegenheid moge worden geboden om uiting
te geven aan Uw scheppingsdrang! Mocht het gebeurde
in dit uur Uw naam als kunstenaar in wijder kring be
kendheid geven en mocht dus ook het feit, dat U mijn
borstbeeld vervaardigde, een forschen stoot geven tot
volle ontplooiing van Uw kunstenaarsgaven, dan zal ik
mij niet alleen gelukkig gevoelen, maar dan wensch ik
ook de stad Breda hartelijk geluk met het initiatief
van haren Burgemeester en de overige leden van het
comité, want dan, ongetwijfeld, zal in de toekomst een
nieuwe parel worden toegevoegd aan de kroon van deze
goede, alom zoo gevierde en geëerde stad
Mijnheer de Burgemeester, Heeren leden van het
90