JAARVERSLAG 1928—1929. Wanneer we op het afgeloopen jaar terugzien, dan moeten we beginnen met vast te stellen, dat de wil om een raceploeg te vormen, evenmin als vorig jaar, ontbrak. Onmiddellijk bij den aanvang van den cursus gaven zich verscheidene nieuwe leden voor dit doel op, met het gevolg, dat al spoedig twee „vieren" uitgebracht konden worden. Door beide ploegen te combineeren was het na eenigen tijd, voor het eerst sinds jaren, weer mogelijk, een acht te bemannen, en op deze acht was onze hoop gevestigd. Ernstig en vol goeden moed werd onder leiding van luitenant Schummelketel getraind, totdat de hevige kou in het begin van 1929 ons dwong voor eenigen tijd de riemen te laten rusten. Zoodra het ijs echter gesmolten was, gingen we weer aan den slag; in het begin nog wat aarzelend en stijf, maar met meer animo naarmate het zonnetje in kracht toenam. Zelfs werden vijf dagen van het Paaschverlof aan de training opgeofferd. Wat waren we trotsch, toen een Engelsch officier, bij zijn bezoek aan Kalicadmon, waarbij hij ook de „acht" aan het werk zag, ons met de woorden „Like the Cam bridge Crew", zijn lof betuigde. Langzamerhand begon toen de wedstrijdtijd te nade ren, en aan uitnoodigingen ontbrak het ons niet. De groote vraag was maar: „zouden we in staat zijn op een wedstrijd wat te presteeren?" Kracht en uithoudingsvermogen ontbraken niet, maar wel routine. 104

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 120