groot, als hij het Blaasje terzijde kon staan. Onze beste
wenschen vergezellen hem!
Tevens een woord van dank aan onzen nieuwen be
schermheer, die in den korten tijd, dat hij met ons
samenwerkte, reeds bewezen heeft, hart voor 't Blaasje
te hebben.
Sinds het Eeuwfeest, de vuurproef, heeft het Blaasje
nog vele keeren van zich doen hooren, te veel om hier
alles te bespreken. Slechts één ding zij nog vermeld: na
vele jaren ging het Blaasje mee naar de Harskamp,
waar het flinke successen oogstte.
Na terugkomst uit de Harskamp, alwaar de instru
menten veel te lijden hebben gehad, bleek een grondige
herstelling noodzakelijk, welke zeer groote kosten met
zich bracht. Doordat het Academiebestuur met een sub
sidie steunde, kon een algeheele reparatie der instru
menten plaats vinden en konden wij n^ het groot-verlof
met als het ware nieuwe instrumenten beginnen. Wij
mogen hierbij aan het Academiebestuur onze groote
erkentelijkheid voor de geboden hulp betuigen.
Leden, zorgt, dat de instrumenten zoo blijven. Hun
toestand hangt nauw samen met de zuiverheid van onze
muziek.
Het nieuw-aangekomen jongste-jaar leverde vele
nieuwe krachten. Aan hen de raad: Oefent, want wel
dra zullen de oudste-jaars moeten ophouden met blazen
en dan moeten jullie ze vervangen. Weest fanaat en
denkt aan onzen naam:
„Semper Crescendo!"
HET BESTUUR.
118