De kapitein Wielinga vonden wij echter bereid om de
regeling van den wedstrijd op zich te nemen, welke een
vlot verloop had, mede dank zij de welwillende mede
werking van de kapiteins Harts en Fortanier en de
luitenants Steenbeek en Lapré, waarvoor wij hen zeer
erkentelijk zijn.
Generaal-majoor van Everdingen deed onze ver-
eeniging de groote eer aan, persoonlijk de wedstrijden
bij te wonen en deel te nemen aan den gezamenlijken
maaltijd, hetgeen door allen buitengewoon op prijs
werd gesteld.
Nadat de generaal de prijzen had uitgereikt, schikten
allen zich aan de keurig verzorgde tafels en werden
deze alle eer aangedaan. Het geheel had, zooals altijd
bij „de Infanterist" een prettig en vroolijk verloop,
waaraan wij allen met genoegen zullen terugdenken.
Tenslotte rest ons nog den luitenant Somer, die ge
durende een jaar ons met raad en daad bijstond, onzen
welgemeenden dank te betuigen.
HET BESTUUR.
128