JAARVERSLAG 1928—1929. De bloei van de vereeniging „Kilacadmon" is een cavaleristisch belang, daar zij het geliefde ruiterwapen op den voet volgt. Wordt op het wapen der cavalerie bezuinigd, onmiddellijk volgt „Kilacadmon", zij kwijnt en verdwijnt geheel, maar wordt het ruiterwapen met rust gelaten, „Kilacadmon" duikt op, neemt toe in ledental. Van belang is dus, dat we kunnen melden: toename van het aantal leden. Bewaarheid is geworden, wat in 1925 als antwoord op de uitnoodiging tot den begrafenismaaltijd een der oud-leden schreef: „Geen begrafenis „Kilacadmon" sterft niet Misschien een tijdelijk verdwijnen, maar de vereeniging moet weer worden opgericht, zoodra er nieuwe cadetten komen Aan alle belangstellende oud-leden kunnen we weer alle albums toonen met foto's van voorheen. Dat we hiertoe in staat zijn, hebben we te danken aan het eere-lid, oud-beschermheer der vereeniging, den ritmeester J. J. van Diepenbrugge, die het archief der vereeniging een veilig plaatsje gaf in het staldeparte ment onder zijn beheer. Wij betuigen den ritmeester hiervoor onzen oprechten dank. Moge „Kilacadmon" weer tal van jaren den band tusschen cavaleriecadetten versterken, mogen de oud leden dezelfde belangstelling in de vereeniging toonen als vóór 1925. Zij het ons tenslotte nog vergund onzen beschermheer, den eerste luitenant der cavalerie, W. R. van Mierlo,dank te zeggen voor de vele moeite, steeds voor ons gedaan. HET BESTUUR. 140

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 156