aan de cadetten van het Oudste Jaar als een vroolijke en laatste herinnering aan hun drie jaren van studie en inspanning, deze avond begon als een nachtkaars, die uitgaat. De Gouverneur, generaal-majoor G. G. van Everdin- gen, majoor J. Govers alsmede nog vele academieoffi cieren deden hun interesse blijken door gebruik te maken van onze invitatie. Acht uur was de aanvang van het feest bepaald, doch het werd half negen geen piano Negen uur, nog steeds geen piano. Excusez le mot, men zat a. h. w. op een droogje in de zaal. „Wanneer begint het dan toch!" spraken aller gezich ten. „Waar is de band? Is dat alles wat we van avond krijgen?" At last, de piano, de band begint weg die druk kende spanning. De Schlager van het jaar, een dolle vroolijkheid. De spanning van voorheen schijnt bij te dragen tot een juichende stemming op 't eind van de avond. Half drie wie zal 't eerste woord over uitscheiden spreken Toch, aan alles komt een eind. Het is afgeloopen, vrienden Een oogenblikje, 't dringt door, eerst langzaam, dan snel 't is afgeloopen. En als een laatste kreet van spijt, gemengd met dank baarheid en voldoening klinkt 't: „Bonsoir, mes amis, bonsoir Naar huis, 't was een prettig feest. Hiermee sloot „Quo Vadis" het seizoen. 146

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 162