„Künzel", sprak de majoor, „jy gaat met deze drie man een officierspatrouille rijden op de fiets. Kyk eens even hier op de kaart, dan zal ik je wijzen hoe je gaan moet. Legerplaats Harskamp hier, zie je? Dan Otter- lo Hoenderlo Zutphen Gorsel - Deventer Twello Apeldoorn Uchelen en weer terug naar Harskamp. Een kaart krijg je niet mee, je moet je zelf maar trachten te oriënteeren. In elke genoemde plaats laat je dit boekje af teekenen door een of andere auto riteit. Om acht uur sta je kant en klaar voor de offi- ciers-cantine, begrepen?" Géén verantwoording af te leggen voor gepleegde misdaden, dus weg dan met die rommel, slot erop dicht 1 Maar wat nu? een fiets natuurlijk in de eerste plaats en een behoorlijke. Een tocht van over de negentig kilometers, bij nacht en ik, die voor m'n gezondheid al nooit tegen den wind in had willen fietsen Enfin, het kwam voor elkaar. De fietsen kregen we, alsmede nog vele vrien delijke wenschen van: „Pas op, vat geen kou onderweg hoor „Anders ga je met een hoewaatje de tuozen- stiuuiken in." „Zul je m'n fiets smeeren onderweg?" „Doe m'n groeten in Deventer, heb er nog familie zitten." „Veel plezier verder, jullie leeft bij nacht." - Dat nu, burgers, is corpsgeest Harskamp Otterlo Hoenderlo. Afstand 12 K.M. Te teekenen (stempelen) voor gezien. Ons eerste traject. De maan scheen nog, er was weinig wind, de koele lucht deed ons goed. Men was vol lust en goede moed. 167

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 173