Eerbeek. Afgeteekend door den Rijksveldwachter. 12.55 uur. De man vindt het een vreemde gewoonte om zoo laat nog te gaan fietsen. Verder gaan we naar Zutphen. „Beroerde weg hier", zegt Johnny en slingert twee keer bijna tegen een lantaarnpaal. De weg is toch heel gewoon en lijnrecht. Als ik hem aankijk, krijg ik den indruk van een kat, die in het vuur zit te knipperen met haar oogen. Blykbaar doet hy gedurfde pogingen het fietsen en slapen te combineeren. Fedor is stil geworden van Huls ook We zijn alle vier stil. Het regelmatige gesnor van het dynamo wieltje, het regelmatig voorbijvliegen van de boomen, de stilte.alles heeft ons tot machines gemaakt, we zien niet meer, denken niet meer, willoos nemen onze oogen waar, willoos werken onze beenspieren, alleen ééni gedachte nog beheerscht ons Zutphen. 1% uur. Zutphen. De hoofdagent van Politie Ezerman teekent af. Ik voel me heel helder tegenover die dikke agenten, daar in de warme wachtzaal. Met soezende koppen zitten zij in een halven kring rond de tafel, en ik denk aan mijn eigen wachturen op de Academie. Op het stationsplein, op het terras van het stations buffet gebruiken we ons ontbijt. Twee uur in den och tend, klaar wakker zijn we weer. ZutphenGorsel 8 K.M. Een autoriteit hebben we er niet kunnen vinden. „Het was te donker", staat er in het boekje bij de bijzonder heden. Welnu, het zij zoo. GorselDeventer 8 K.M. De dag begint reeds aan te breken, als we in Deven- 160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 176