bosch. Nog enkele minuten scheiden ons van koelte en
rust.
Elf uur. Met een kort, hartelijk woord verwelkomt ons
de majoor. We moeten naar de ziekenzaal polsslag
opnemen.
Alles wel aan boord, ziezoo, dan kunnen we eindelijk
slapen.
En onder het gegons van vliegen en vliegtuigen, het
geknetter van mitrailleurs strekken we onze beenen uit,
sluiten de oogen
Sssssszt, boomssssszt boomssssszt
Eén van de vier.
163