Zoo genoeglijk als deze „oefening" verliepen de oefe ningen in Harskamp echter niet. Onze dienst was wer kelijk „boekan main maar een uitstekende training was 't ook, daar waren we 't allen over eens; je voelde weer eens wat 't wilde zeggen Infanterist te zijn en dat heeft ons zeker geen kwaad gedaan. Met angst en beven zagen we den eersten dag naar P. en Q. tegemoet. Reeds hadden we vernomen, dat er 3 tochten naar de gevreesde terreinen op 't programma stonden. Na een paar tamme oefeningen op terrein B, een dag luieren op A (schieten op luchtdoelen, we zagen er voor 't eerst de lichtspoormunitie), een uiterst zware oefening op A, was eindelijk terrein Q aan de beurt. Wat is ook dit meegevallen! Het weer was gunstig, de zon scheen niet al te fel, en we bleven buiten het zware kopjes-terrein, 't Gevolg was, dat de jongste jaars niet veel meer geloofden van de angstwekkende taferee- len, die wij ophingen over onze beruchte oefening op P van het vorige jaar. Ik had 't hun zoo graag gegund, een oefening onder dezelfde omstandigheden, als wij die destijds hebben meegemaakt. Die wensch is helaas(?) niet: in vervulling gegaan. Alle drie oefeningen ver liepen genoeglijk en zonder ongelukken, de marschen van Harskamp naar P en Q vice-versa werden in een ongekend snel tempo afgelegd, en zoo hoog was 't mo reel, dat het zelfs uitliep op een formeele racepartij tus- schen jongste- en tweede-jaars Toen we een week in de Legerplaats waren, genoot de blaasvereeniging Semper Crescendo" de groote eer, voor 't vertrek van 8 en 19 R. I. een taptoe te mogen blazen, en den volgenden ochtend kregen de leden van 't Blaasje hoogmoedswaanzin, omdat ze twee van Neer- lands roemrijke regimenten van Harskamp tot Otterlo 167

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 183