KILACADMON. Drie jaren waren er voorbijgegaan. Drie jaar had hij in Kilacadmon gewoond. Drie lange jaren in dat oude, groote gebouw, waar de muren dik waren als de breedte van een gang en nochtans in den winter de koude wind door de kieren der kozijnen blies. Drie jaar terug kwam hij er voor 't eerst, schuchter en onwennig, zooals hij zich voelde, toen hij voor 't eerst een langen broek droeg. Vreemd rees toen voor hem op dat massieve blok. Hij zag slechts verwarring van lijnen met rechts en links vaag de bijgebouwen. Vreemd ook waren hem degenen, waar hij binnen mee in aanraking kwam. Eén groota,reeks van onbeken de gezichten. Nu kon hij ze droomen, al die gezichten. Hij kon ze met bijbehoorende naam en bijnaam. Hij kon van ieder nu opsommen, puntsgewijs, z'n goede eigenschappen en z'n gebreken, ze beschouwende als de voor- en nadeelen van dien collega. En evenals hij al die gezichten had leeren kennen, zoo was hij ook nu vertrouwd geraakt met het oude gebouw. Even maar had hij zijn oogen te sluiten en villa Hen- ricus doemde voor hem op, zag hij duidelijk de voor gevel, herinnerde zich weer precies ieder raam. Als een rolprent zoo ging hem alles voorbij. In 't midden de poort, daarachter de binnenplaats met haar fontein en 174

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 190