Waarom was deze zoo argeloos en voorkomend?
Dat zij ook juist aan zijn tafeltje wilde zitten. Hij wilde
kalm blijven en dwong zicli met kracht tot rustig
denken.
Hij overwon zichzelf, want zijn voornaamste gedachte
was, eerlijk blijven tegenover dien derde. Zij dansten in
een volmaakt rythme.
En toen ze zoo dicht bij hem was, kwam weer de
twijfel bij hem op.
Maar hij hield zich goed ondanks haar.
Want voor de vrouw was het te veel.
Voor haar viel alles weg, wat realiteit was.
Zij zag slechts hem.
Innig vlijde ze zich tegen hem aan als in overgave en
met zachte vrouwenlist liet ze hem haar gevoelens
merken.
En in dezen zwaren strijd moest hij een harnas van
onverschilligheid aantrekken.
Echter hij overwon.
Den volgenden dag weer ergens anders naar toe. Nog
zoemde het door zijn hoofd, nog was hij onrustig en
wrevelig, maar hij had een gevaarlijk moment door
streden en was overwinnaar gebleven. Er was echter
stemming in die dancing en langzamerhand viel dat be
klemmende gevoel van hem af.
Tot
Hij zag slechts twee dingen.
Het eerste bij den ingang der zaal in 't volle stralende
licht was: „Zij".
Het andere was 't noodlot, dat de fantastisch verlichte
186