globe".
N.B. Een officier moet toch altijd een verrekijker
hebben
Uit het baar examen.
Vraag: „Welke werken ken je van Potter?"
Antwoord: „Jan, Janneke en hun jongste kind."
Vraag: „Wat is zaal 33?"
Antwoord: „De officierswachtkamer!"
De fontein op een feestdag.
„Niitzen muss man den Augenblick,
Der einmal nur sich bietet
SchillerDon Carlos.")
Benijdenswaardig.
„L'autre Ourse est trop petite encore pour qu'elle
morde".
(E. Rostand: „Cyrano de Bergerac".)
Chris houdt een voordracht.
En als de vijand daar doorbreekt, jaja,
dat is niet zoo mooi, hè".
Dienstzwemmen.
S. M. I.: „Waar is Vervooren?"
P.: „Die zwemt meestal onder water, majoor".
De Wachtcommandant.
„Allen tut es Weh im Herzen,
Die den bleichen Knaben sehn,
Dem die Leiden, dem die Schmerzen
Aufs Gesicht geschrieben stehn."
Heinrich Heine: „Der Traurige").
202
