O. J.-artillerist: „Wat gaan wij vanmiddag doen?" J. J.: „Panoramaschieten". O. J.: „Hoe gebeurt dat?" J. J.„Met windbuksen". Modellen lol wrochten van lijvige leerboeken: „Bij liet doorslaan van den theodoliet zal het oculair aan die zijde komen, waar eerst het objectief was; dit objectief komt natuurlijk dan aan de zijde, waar zich vroeger het oculair bevond". (Volgens den leer der logica absoluut juist). „Het verschil tusschen een kustversterking en een schip is, dat laatstgenoemde verplaatsbaar is". (Welk verschil na 3 jaren noeste studie eindelijk werd gevat) Bronnen: Dr. Ch. M. Schols: „Landmeten en Waterpassen". J. C. Cramwinckel: „Duurzame Versterkingskunst", Deel II. Discours van het oudste jaar: „Paardrijden". De klasse is voor een enkel keertje wat laat. Een stem: „Vooruit lui, opschieten, de luitenant staat al aangetreden". Na lang zoeken zijn eindelijk de djahats weer ge vonden. Belangstellend vrager: „En, rustten ze al?" Leider der oefening (hoogst verbolgen)„Rusten, rus ten? De vlerken hadden al gegèten en sliepen al!" 203

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 219