Reveille. „Das war ein lautverwarrnes Schallen, Das mich aus meinen Traumen rief Heinrich Heine: „An eine Sangerin"). 2e belen nog niet beneden. en bij Uw zoet getengel Op d'uchtendwind, tril ik van huivrend vreezen". Jacques Perk: „De Roos"). Als het even stil is, valt er met kletterend geraas een pistool op den grond. Dokter: „Wat valt daar?" Een stem: „Een speld, dokter". De officier van piket zit met bezoek in zijn kamer. Er wordt op de deur geklopt en een dikke tweede jaars komt binnen. Luit.: „Wat is er?" Cadet: „Boeven geslagen, luit!" Op avondoefening. De kapitein beveelt een zoo groot mogelijke stilte; plots knalt een schot. Kapitein: „Wie deed dat?" Snuggere: „Ik, kap'tein". Kapitein: „Waarom deed je dat nou?" Snuggere: „Ik wou zien, of mijn haanpal omlag. Mies vertelt sprookjes: „Ja, en zijn hoofd viel eerst". „I scent its fragrance everywhere". Chiquita Krijgsgeschiedenis. O. J.: „Welke slag heeft Hindenburg gewonnen?" 41.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 222