ORDE VAN DEN NEDERLANDSCHEN LEEUW. midden van eene laurierkrans W, alles gedekt door eene gouden Koninklijke kroon. Het lint is oranje met twee smalle donkerblauwe strepen. Het teeken van onderscheiding is: Voor de Grootkruizen: Eene zilveren ster, geborduurd op den rok aan de linkerzijde en het juweel der orde aan een lint, vier vingers breed, en écharpe van de rechter- naar de linkerzijde. Voor de Commandeurs: Het ordeteeken geborduurd op den rok aan de linker zijde, zonder ster, doch met de kroon, en het juweel aan een lint, drie vingers hreed en sautoir om den hals. Voor de Ridders van de derde klasse: Het ordeteeken aan een lint, twee vingers breed aan het knoopsgat; en Voor de Ridders van de vierde klasse: Een kleiner ordeteeken, hebbende de punten, vuurslag en kroon in zilver, aan een lint, een vinger breed aan het knoopsgat. Indien een korps bijzonder heeft uitgemunt, zal het zelve, bij een bijzonder besluit, de eer kunnen genieten, dat deszelfs vaandels of standaarden met het teeken der Willemsorde versierd worden. Er is bij de wet van 29 Sept. 1815 ingesteld eene orde, strekkende ter vereerende onderscheiding van de onderdanen, die bewijzen geven van beproefde 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 35