dien onder het ronde schild twee schuin gekruiste zil veren zwaarden met gouden gevest aangebracht. Voor de Groot-Officieren: Een vierhoekige, zilveren ster, hebbende in het midden het ronde schild met rand, waarop de Leeuw en de woorden „Je mantiendrai" gevonden worden, te dra gen op de linkerborst en het versiersel van de Orde aan een lint, vijf en vijftig millimeter breed, te dragen om den hals. Op de ster bestemd voor militairen worden buiten dien onder het ronde schild twee schuin gekruiste zilveren zwaarden met gouden gevest aangebracht. Voor de Commandeurs: Het versiersel der Orde aan een lint, vijf en vijftig millimeter breed, te dragen om den hals. Voor de Officieren: Een kleiner versiersel der Orde aan een lint, zeven en dertig millimeter breed, te dragen aan het linker knoopsgat en op het lint eene rozet. Voor de Ridders: Een versiersel van de Orde van dezelfde grootte als dat voor de Officieren, maar met kroon, geparelde punten, omlijsting van de armen van het kruis en laurierkrans van zilver, aan een lint, zeven en dertig millimeter breed, te dragen aan het linkerknoopsgat. De eereniedaille, welke in brons, zilver en goud kan verleend worden, is rond, gedekt met een Koninklijke kroon van hetzelfde metaal als de medaille, en ver- 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 39